Marco wordt vaak gebeld door collega’s om mee te denken

Marco werkt al ruim 40 jaar als pannendekker, je mag hem gerust een ‘oude rot in het vak’ noemen. Want ervaring heeft hij. Marco wordt vaak gebeld door collega’s om mee te denken. Soms rijdt hij er heen om de situatie te bekijken. “Ik vind overal een oplossing voor. Dat vind ik ook het leukste aan mijn vak”, vertelt Marco. “Het plaatsen van nokvorsten is mijn specialiteit. Niet altijd het makkelijkste werk, maar de voldoening is groot als ze er weer op liggen.”

“Ik sta al heel wat jaren op het dak. Toch ben ik ooit begonnen op de grond. Op school was ik altijd wat baldadig. Ik kon maar beter gaan werken. Het leger leek me ook wel wat, maar ik hield er niet van gecommandeerd te worden”, vertelt hij grinnikend. “Daar ben ik dus mee gestopt. Het werk dat ik daarna ben gaan doen, bestond uit sleuven graven. Soms stond ik de hele dag tot aan mijn knieën in de blubber. Dat ging me na een tijdje tegenstaan. Toen ik aan de slag kon als leerling dakdekker, heb ik dat meteen aangepakt. De hoogte in. Ik werkte voor een ervaren dakdekker en had het snel onder knie. Wat begon met opruimen, werd al snel pannen leggen. Het was een kwestie van goed opletten, kijken en meedraaien. Zo leer je het meest. Dat vertel ik mijn teammaten nu ook. En lukt het even niet, dan maak ik natuurlijk tijd om dingen uit te leggen. We willen wel dat het goed gebeurt.

Mijn leermeester had overal een oplossing voor. Ik keek goed hoe hij alles deed en na drie jaar was ik volleerd pannendekker. Eerst de oude pannen eraf, dan de latten spijkervrij- en schoonmaken en een isolatielaag aanbrengen. Zelf de juiste maten vinden voor de afstand van de latten vind ik leuk. Het is ambachtelijk werk: uitrekenen hoe je het daksysteem goed opbouwt. Nu tientallen jaren en ervaringen later ken ik veel maten uit mijn hoofd. Maar geen dak is hetzelfde; elk dak moet anders uitgelijnd worden. Bij een nieuwer dak werk je zoveel mogelijk waterpas, bij renovaties werk je op het oog. En bij nieuwbouw zitten de latten er al op.

“Vijf dagen per week oplossingen vinden, opleiden en anderen helpen; ik doe niets liever!”

Sinds zes jaar werk ik bij Dakrenovatie Holland, dat nu Consolidated Hellend is. Als voorman heb ik een team van vijf, soms zes dakdekkers onder mijn hoede. De jongens doen het goed. Ze hadden nog niet veel ervaring, daardoor liep de productie eerst iets achter. Door hen goed op te leiden, liepen we de achterstand al snel in. Het is een leuk en goed op elkaar ingespeeld team. En er is altijd wel ruimte voor een dolletje.  

Ik zie snel of iemand geschikt is. Vindt iemand het werk op het dak leuk, maar moeilijk, dan help ik. Motivatie is alles. Het zit ‘m in de kleine dingen. We doen het met z’n allen, leveren samen een goed project op. Ik laat nieuwe leerlingen – net zoals dat bij mij vroeger ging – eerst goed meekijken. Daarna laat ik ze het zo snel mogelijk zelf doen: zo leren ze om de verantwoordelijkheid voor hun werkzaamheden te nemen. Je ruimt rommel altijd op en werkt netjes. Als iemand goed genoeg is om de nokvorsten te doen, dan is het een kwestie van durven. Je kan knoeien met de cementspecie waar je de nokvorst mee vastzet, dat is lastig schoonmaken. En toch is het goed om hier niet onzeker in te zijn. Je moet het proberen, dan leer je het meest. Is het niet goed genoeg? Dan doen we het gewoon opnieuw.

“Ik leef wel echt voor mijn werk en vertel daar graag over.”

Mijn collega’s weten me te vinden als ze ergens niet uitkomen. Ik maak daar altijd tijd voor en heb voor alles een oplossing. Dat heb ik nog van mijn oude baas van vroeger geleerd. Toen was het nog wel anders op het dak. Het ‘dakvolk’ kon baldadig zijn, een beetje ruig. Dat is echt veranderd. Het werk is nu ook veel veiliger en minder zwaar. Materialen gaan met de hijskraan omhoog, je hoeft dat niet meer met de hand te doen. En zonder gekeurde steiger mag je het dak niet op. Dat maakt het werk voor meer mensen aantrekkelijk. En die hebben we hard nodig! Goede motivatie is al genoeg, de rest kun je leren.

“Een dakdekker kan nou eenmaal nooit exact zeggen hoe laat ie klaar is.”

Of ik ook nog iets naast mijn werk doe?” Marco zegt lachend: “Ik leef inderdaad echt voor mijn werk en vertel daar enthousiast over. Maar ik heb ook een gezin met twee kinderen waarvan één nog studeert. Ik heb altijd gebokst en gevoetbald en ben nu meer aan het hardlopen. De meeste uren breng ik toch door op het dak. Vijf dagen per week oplossingen vinden, opleiden en anderen helpen; ik doe niets liever! En als het werk soms uitloopt, is dat geen probleem. Een dakdekker kan nou eenmaal nooit precies zeggen hoe laat ie klaar is.”

Meer verhalen